Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Testserie, bestaande uit vier subtests:• Analogieën: een analogieprobleem oplossen door toepassing van hetzelfde veranderingsprincipe als in de voorbeeldanalogie. De subtest bestaat uit drie reeksen van 12 items;• Mozaïeken: patronen naleggen in...
Evaluatieschaal met 94 items die zes factoren omvat:1. Gebrek aan persoonlijke inzet van de leerkrachten (32 items); 2. Wanorde en passiviteit van de leerlingen (15 items); 3. Prestatiegerichtheid (10 items); 4. Individualisme van de leerlingen...