Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Begeleidingsinstrument met 50 klachten en verschijnselen waarvan patiënt op vijfpuntsschalen moet aangeven hoe vaak deze de afgelopen week zijn ervaren.De 4DKL omvat vier subschalen: Distress (symptomen van stress en surmenage, 16 items),...
Het begeleidingsinstrument bestaat uit 105 items, waarvan er ongeveer 25 per kind worden gescoord. Er worden gedragingen gemeten die aansluiten bij het alledaagse gedragspatroon van kinderen. Sommige items kunnen op mededeling van de ouders of...