Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.
De test bestaat uit twee gekleurde platen, waarop alledaagse gebeurtenissen (voorvallen op straat) staan afgebeeld. Aan de hand van negen vragen wordt de proefpersonen verzocht de werkelijkheid van de afbeeldingen te interpreteren. De vragen...