Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Vragenlijst met 25/21 items die verwijzen naar concreet gedrag, opvattingen en affect tussen een ouder en een kind. Op vijfpuntsschalen moet respondent aangeven in welke mate het gedrag voor komt of het item van toepassing is. M.b.v. een aparte...
Per schaal 320 activiteiten en gebeurtenissen waarbij de mate van plezierigheid resp. onplezierigheid en de frequentie moet worden aangegeven op een driepuntsschaal. De PES heeft een aparte 48 items tellende stemmingsgerelateerde subschaal MR,...