Test bestaande uit zes subtests:- Woordenschat (WS): 34 woorden waarbij de leerling uit vier woorden het juiste synoniem moet kiezen, tijdslimiet van 15 minuten.- Verbale Analogieën (VA): 34 opgaven bestaande uit een analogieredenering met vier...
Test bestaande uit zes subtests:- Woordenschat (WS): 34 woorden waarbij de leerling uit vier woorden het juiste synoniem moet kiezen.- Verbale Analogieën (VA): 34 opgaven bestaande uit een analogieredenering met vier antwoordmogelijkheden.-...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...